Nieuwsbrief Relevant, december 2009


Jaarcongres 2009

Werksessies kennistafels

IPO-projecten 2009: stand van zaken

Nieuwe documenten op Relevant

 


Jaarcongres 2009

Op 1 december bezochten 350 EV-professionals uit het hele land het vierde jaarcongres Relevant. Een bijeenkomst met veel inspirerende ontmoetingen, verfrissende ideeën en interessante discussies.
Gert de Roo, hoogleraar Planologie, nam ons mee in de dilemma's van het milieubeleid. Het milieubeleid zit in een spagaat. Alleen via regels komen we er niet. Ruimtelijke ontwikkelingen laten zich niet binnen contouren vastleggen en het werkveld bevindt zich in een transitie. Van controlerend naar adaptief. Ken het spel en de regels en stuur op kwaliteit. Het resultaat wordt bepaald door de gemaakte afspraken.
Marcel de Wagt, projectmanager binnen de provincie Noord-Brabant, schetste de stappen om te komen tot inbedding van beleid. Zijn visie richtte zich met name op de menselijke maat. Wat bindt mensen en hoe komen ze tot samenwerking. Over Jip&Janneke en over liefde. Hou het praktisch en doe niet meer dan nodig.
Tot slot inspireerde Daan Quakernaat ons met een meer filosofische kijk op het thema. Kijkend naar buiten vanuit zijn flat boven Utrecht Centraal. Over de uitdaging om weer kathedralen te bouwen. Over zwart doen wat zwart kan en wit doen waar wit moet.
Vervolgens was er een ruim aanbod van actuele beleidsontwikkelingen, verrassende resultaten uit lokale projecten en resultaten van gezamenlijke projecten in IPO-verband.

Werksessies Kennistafels

Tijdens het jaarcongres vonden er ’s middags werksessies plaats onder leiding van de kennistafels.

 

Kennistafel saneren

Tijdens de bijeenkomst van de kennistafel Saneren stond de GreX-wet centraal. Welke mogelijkheden biedt die wet om EV-maatregelen te financieren? John Bakker van de gemeente Breda ging in zijn inleiding in op de inhoud van de nWro en GreX en de ervaringen die de gemeente bij het project spoorzone Breda heeft opgedaan. Mogelijkheden tot het verhalen van kosten zijn er als de EV-maatregelen ruimtelijk relevant zijn, dat betrokkene profijt heeft van de maatregelen en dat de maatregelen proportioneel en toerekenbaar. Het benutten van de mogelijkheden vereist wel dat in de structuurvisie en bestemmingsplan niet alleen inhoudelijk, maar ook financieel rekening is gehouden met EV. Betrokkenheid van EV bij RO krijgt hiermee dus een nieuwe lading: de EV-medewerker moet (ook) bij RO aan tafel zitten (of direct in de buurt) als de financiële onderhandelingen over de exploitatie van het bestemmingsplan worden gevoerd.

Na de inleiding over de GreX-wet is in groepjes verder gediscussieerd aan de hand van een casus die was voorbereid door Chris Vleer (Tilburg) en Anne van Galen (Arcadis). Tijdens de plenaire behandeling onder leiding van Walter de Koning, voorzitter van de kennistafel RO, bleek wel dat er in diverse mogelijke situaties nadrukkelijk kansen zijn te benutten voor EV. Ook is duidelijk dat er nog weinig praktijkervaring is met de nieuwe wet, zodat diverse interpretatievragen nog open blijven staan. Wat zijn bijvoorbeeld eisen aan een structuurvisie (geen wettelijke eisen, maar wanneer adequaat?), wanneer is iets toerekenbaar en hoe ga je om met profijt bij een buurgemeente? Daarvoor geldt: zoek en benut de ruimte van de nieuwe GreX-wet, hij is er mede voor om EV-maatregelen te financieren!

In de komende periode zal de kennistafel op Relevant.nl aanvullende informatie publiceren.

 

Kennistafel buisleidingen

Tijdens de werksessie van de kennistafel buisleidingen zijn de enthousiaste deelnemers in groepjes van 7 personen aan de slag gegaan met een casus, waarin een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling is gepland in de omgeving van een buisleiding. Elk groepje gaf een advies aan het bevoegd gezag over hoe om te gaan met de casus. De adviezen waren divers. De ene groep zag geen enkel probleem in de realisatie van de planontwikkeling en andere groepen vonden dat de ontwikkeling alleen mogelijk was als er een aantal maatregelen genomen zouden worden. Opvallend was dat de groepen alleen toetsten aan het toekomstig beleid voor buisleidingen en niet aan het huidig beleid. Ook viel op dat, net als in de praktijk, de regionale brandweer laat in het proces wordt betrokken.
 

Kennistafel risicocommunicatie

Een chemisch bedrijf in een binnenstad wil zijn procedé wijzigen waardoor meer transport van gevaarlijke stoffen plaats gaat vinden. Hoe gaan de verschillende belanghebbenden daar mee om?

De deelnemers van de werksessie werden bij binnenkomst ingedeeld in zes groepen. Het management van het chemische bedrijf wilde graag het procedé wijzigen. De milieu-activisten waren vanaf het begin tegen. De burgers van de stad waren net als het bestuur en de journalisten in eerste instantie neutraal. De wetenschappers gaven aan dat de risico's niet veel toenamen waardoor de wijziging mogelijk was. Vervolgens gingen de zes groepen met elkaar aan de slag.

Na flink wat interactie tussen de zes groepen voelden de burgers zich nog steeds genoodzaakt om een neutraal standpunt in te nemen omdat de gemeente hen niet de gewenste informatie wilde verschaffen: de bestuurders namen een neutraal standpunt in totdat ze alle benodigde informatie hadden verzameld. Door dit neutrale standpunt wisten de burgers niet wat ze aan de bestuurders hadden. Een belangrijk en typerend leerpunt is dat gemeenten vaak de burger uit het oog verliezen doordat alle aandacht gevestigd is op het verzamelen van alle informatie om daarna tot een besluit te kunnen komen. Intussen, terwijl de gemeente haar mind aan het opmaken is, wordt de burger beïnvloedt door andere betrokken stakeholders.

Het blijkt lastig om uit te leggen of iets wel of niet gevaarlijk is. Vaak worden burgers rationeel benaderd (onderbouwde feiten), maar dit sluit meestal niet aan bij het gevoel van de burger. De communicatie zou aan moeten sluiten op de beleving van de burger: waar maakt hij zich zorgen om? Het draait namelijk dikwijls om de risicoperceptie. Tot slot wordt er geconstateerd dat communicatie alleen niet voldoende is. Er komen ook andere factoren bij kijken, zoals andere risicobronnen en de beïnvloeding van diverse actoren.

Nadien werd er gestemd over een aantal stellingen. Zo vonden de deelnemers dat risicocommunicatie tot een goede verstandhouding tussen burgers, bestuur en bedrijf kan leiden. Bovendien vonden ze dat  objectieve risicocommunicatie niet bestaat.

IPO-projecten 2009: stand van zaken

IPO05 - Samensmelting werkgroep scholing en Relevant

De werkgroep scholing gaat per januari 2010 verder onder de vleugels van Relevant. Dit betekent dat de huidige werkgroep opgeheven wordt. Kennisontwikkeling blijft een belangrijk onderdeel binnen programmafinanciering, zo belangrijk zelfs dat het geen op zichzelf staand onderdeel meer is. Zo kan er samenwerking worden gezocht met kennistafels, IPO-projecten en activiteiten in de provincies. Samen met de begeleidingscommissie van Relevant zal de nieuwe opgave voor kennisontwikkeling worden geformuleerd en een nieuwe plek krijgen. Wil je ook meedenken over kennisontwikkeling of heb je goede ideeën? Mail naar info@relevant.nl.

IPO08 - Verantwoorde brandweeradvisering
Gemeenten en provincies hebben regelmatig te maken met besluiten die mogelijk gevolgen hebben voor de veiligheid van de mensen die binnen een bepaald gebied woenen. Bij een bestemmingsplan gaat het om de mensen die er (gaan) wonen, en bij een milieuvergunning gaat het om de mensen in het invloedsgebied. Er dient bij zo’n besluit ook goed nagedacht te worden over nut en noodzaak van dat besluit: kan het niet (ergens) anders, of winnen de belangen het van de nadelige gevolgen? Vervolgens: hoe verantwoord ik de doorgang van het besluit en de gevolgen voor het groepsrisico?
Bij Wm of Wro besluiten is het bevoegd gezag verplicht om de regionale brandweer (straks veiligheidsregio) om advies te vragen. Dit advies mag/moet gaan over de bestrijdbaarheid en beheersbaarheid van de risico’s die dat besluit met zich meebrengt en over de zelfredzaamheid van de mensen in verband met deze risico’s. Op het eerste oog een prima constructie om de betrokkenen bij het besluit over veiligheid na te laten denken! Toch gebeurt het (te) vaak dat de brandweeradviezen niet gerealiseerd worden terwijl het besluit gewoon doorgang vindt. Vervolgens blijkt dat de afweging – de verantwoording – hierbij ontbreekt of onvoldoende gemotiveerd is.
Vanwege zorgen over de doorwerking van het advies, de kwaliteit van het advies en onduidelijkheden over het proces van adviseren is het project IPO08 in het leven geroepen. Dit project moet ervoor zorgen dat:

  • Het advies goed aansluit bij de adviesvraag
  • Adviseur en adviesvrager goed weten wat elkaars mogelijkheden en beperkingen zijn
  • Helder is wat ze van elkaar mogen/moeten verwachten
  • Het proces rond de advisering zó ingericht wordt dat de doorwerking van het advies geoptimaliseerd wordt
  • Er (meer) landelijke uniformiteit ontstaat

 Bij dit project zijn de volgende partijen betrokken: NVBR, VNG, IPO, VROM en BZK. In oktober 2009 is het eerste concept van dit project beschikbaar gekomen dat op deze vragen antwoord biedt. Deze conceptversie kan hier opgevraagd worden. 

 

IP10 - Externe veiligheid en bouwkundige materialen

Bouwen van woningen of kantoren nabij een risicobron is een ruimtelijke keuze. Een keuze waarbij veel elementen spelen. Eén van deze elementen is de veiligheid die te ontlenen valt aan het treffen van (extra) bouwkundige maatregelen bij 'de ontvanger'. Er is echter weinig informatie beschikbaar over welke bouwproducten hiervoor in relatie tot externe veiligheid beschikbaar zijn en wat hun toepassingsgebied

is. De gezamenlijke provincies hebben daarom een catalogus van bouwkundige maatregelen laten ontwikkelen als een eerste aanzet tot het vullen van deze leemte bij het kiezen van de bouwproducten. Maatregelen als de oriëntatie van gebouwen of de indeling van gebouwen worden niet beschouwd.

Voor het opstellen van de catalogus is kennis vanuit diverse vakdisciplines samengebracht. De integratie betrof niet alleen het uitwisselen van kennis; de diverse vakdisciplines kennen ook hun eigen cultuur en denkwereld. Bij het op projectniveau ontwerpen en toepassen van de maatregelen is het belangrijk om ook op dit punt tijdig tot afstemming te komen.

Het doel van de catalogus is om tijdens de initiatiefase van bouwontwikkelingen al voldoende inzicht te hebben in de kosten en praktische toepassing van specifieke maatregelen. Deze kennis is nodig om tot een goed afgewogen verantwoording van het groepsrisico te komen.

Nieuwe documenten op Relevant
[doorsturen]  [wijzigen]  [afmelden]